nochtans
verder gaat de weg
langs dromerige irissen
vastgeroest in de aarde
van donder en bliksem
bijkans
leek ooit het zandpad
in stand te blijven
tussen de stevige wortels
van genoegdoening
krachtig
vol van de juiste drang
hoger te gaan klimmen
zand en wegen achter te laten
en te verschijnen voor het aangezicht
van intens
oprecht
geluk